De meeste mensen die ATN krijgen, liggen al op de intensive care. Ze zijn al ernstig ziek. ATN komt daar dan nog bij. Daardoor worden ze nog zieker. Hun leven kan zelfs in gevaar zijn. De artsen proberen hun leven te redden. En verdere schade aan de nieren en andere organen te voorkomen.
Op de intensive care krijg je dialyse of continue veno-veneuze hemofiltratie (CCVH). Dit zijn allebei behandelingen die de taken van de nieren (gedeeltelijk) overnemen. Dialyse helpt ook om het overtollige vocht kwijt te raken. Anders kunnen er problemen met hart en longen ontstaan.
Ondertussen loopt de behandeling van de oorspronkelijke ziekte ook door. Dat is de ziekte waardoor je op de intensive care terecht bent gekomen.
ATN komt ook wel voor bij mensen die minder ziek zijn. Dan is het verloop van de ziekte minder heftig, en is opname op de intensive care soms niet nodig. Dit hangt af van de oorzaak, de onderzoeken en de behandeling.
Meestal herstellen de nieren zich weer. Dat kan een aantal weken duren. De behandeling is nodig tot de nieren voldoende hersteld zijn.