De behandeling van FSGS is bedoeld om verdere nierschade te voorkomen. Veel mensen met FSGS krijgen medicijnen tegen hoge bloeddruk. Die helpen ook tegen eiwitverlies. Daarnaast krijg je plastabletten. Die zorgen voor de afvoer van te veel vocht. Ook moet je vaak een zoutbeperkt en eiwitbeperkt dieet volgen. Mensen die nog roken, krijgen het dringende advies daarmee te stoppen.
Bij primaire FSGS schrijft de arts vaak nog andere medicijnen voor. Dit gebeurt als de gewone behandeling te weinig werkt. Je krijgt dan medicijnen die je afweersysteem onderdrukken. Meestal is dit prednison.
Bij secundaire FSGS probeert de arts ook de oorzaak aan te pakken. Soms lukt dat en verdwijnen ook de klachten. Bij overgewicht is het bijvoorbeeld belangrijk om af te vallen. Het eiwitverlies neemt dan snel af. Het hangt dus van de oorzaak af welke behandeling je krijgt.
Bij secundaire en bij genetische FSGS krijg je geen afweeronderdrukkende medicijnen. Maar soms is het lastig te bepalen of het nu om primaire of secundaire FSGS gaat. Dan overlegt je arts meestal met het expertisecentrum. Dat is een ziekenhuis dat is gespecialiseerd in FSGS.