Kinderen kunnen het afwijkende gen voor het tubereuze sclerose complex erven van hun vader of moeder. Zij krijgen de aandoening dan ook. Er is 50% kans dat iemand met het tubereuze sclerose complex het afwijkende gen doorgeeft aan zijn of haar kind. De overerving is autosomaal dominant.
De afwijking in het gen kan ook vanzelf ontstaan, tijdens de bevruchting. Dat heet een spontane mutatie. Van de 100 mensen met het tubereuze sclerose complex zijn er ongeveer 70 met een spontane mutatie. Het kind is dan de eerste in de familie met deze ziekte. Hij of zij kan het afwijkende gen weer doorgeven aan eigen kinderen.
Bij mensen met op zichzelf staande nierangiomyolipomen kan er ook een afwijking in de TSC-genen zitten. Maar ook in andere genen. Bijvoorbeeld in het TFE3-gen.
Erfelijkheidsonderzoek bij nierangiomyolipomen
Zijn er meerdere nierangiomyolipomen en komen ze in beide nieren voor? Dan heb je misschien het tubereuze sclerose complex. Je kunt overwegen om erfelijkheidsonderzoek te laten doen.