Communicatiehulp voor patiënten met verminderde gezondheidsvaardigheden en artsen

Net als andere chronisch zieken hebben nierpatiënten soms verminderde gezondheidsvaardigheden. Juist bij deze ziekte kan het eigen gedrag van invloed zijn op de gezondheid. Een nieuwe interventie, gericht op de communicatie tussen de patiënten en zorgverleners, heeft een positief effect op de gezondheid.

Stel, de patiënt tegenover je heeft nierschade en knikt bij alles wat je zegt, maar vragen stelt hij niet. Je hebt hem advies gegeven over gezonder eten, maar thuis lijkt het toch niet te lukken. Het zijn signalen dat de patiënt verminderde gezondheidsvaardigheden heeft. Het zal de meeste zorgprofessionals in dit vakgebied niet vreemd voorkomen, want ongeveer 25 procent van de nierpatiënten heeft ermee te maken. Marco Boonstra en Andrea de Winter van het UMCG wilden deze groep patiënten beter tot steun zijn. Daarom onderzochten de gezondheidswetenschappers met financiering van de Nierstichting een interventie gericht op de communicatie tussen patiënten en zorgverleners. Met opvallende resultaten. Niet alleen de communicatie, maar ook de bloeddruk van de patiënten verbeterde.

Juist bij nierziekten zijn gezondheidsvaardigheden extra van belang. Nierziekten zijn in de eerdere stadia immers behoorlijk ongrijpbaar. Mensen hebben op dat moment nog geen klachten, maar weten enkel op basis van een labuitslag dat hun nierfunctie achteruitgaat. Marco, die met dit onderzoek promoveert: ‘Dat is het moment waarop je van een patiënt leefstijlveranderingen verwacht om de nierfunctie te behouden. Maar in het dagelijks leven zijn weinig aanwijzingen dat er iets mis met je is. Je hebt dan gezondheidsvaardigheden nodig om de vertaalslag te maken naar ander gedrag. Uit onze interviews met patiënten bleek ook precies dat gevoel van urgentie te ontbreken.’
Andrea vult aan dat gezondheidsvaardigheden ook bij veel andere chronische ziektes een rol spelen, zoals bij diabetes en cardiovasculaire aandoeningen. Ook hebben mensen met een chronische ziekte meer kans op het krijgen van andere chronische ziektes als zij beperkte gezondheidsvaardigheden hebben. Dat benadrukt het belang van aandacht voor gezondheidsvaardigheden. Want, legt Marco uit: ‘Multimorbiditeit compliceert voor leefstijl. Als je voor diabetes op moet passen met suiker en voor je nieren met zout, is het nog moeilijker tot een goed eetpatroon te komen.’

Drie aspecten
In de definitie van verminderde gezondheidsvaardigheden namen de onderzoekers drie aspecten mee. Allereerst de mate waarin mensen in staat zijn informatie te begrijpen, de zogenaamde functionele vaardigheden. Dat gaat vaak over geschreven informatie. Vervolgens gaan communicatieve vaardigheden over de mate waarin patiënten in een gesprek met de dokter of praktijkondersteuner vragen stellen en informatie tot zich nemen. Het derde aspect van gezondheidsvaardigheden betreft de toepassing van informatie, ook wel kritische vaardigheden. Bijvoorbeeld of mensen veranderingen voor elkaar kunnen krijgen. Deze liggen het dichtst bij zelfmanagement.

De onderzoekers hebben de interventie Grip op uw Nieren in eerste instantie samen met de doelgroepen ontwikkeld op basis van een literatuurstudie, interviews en focusgroepen. Daarna is de (kosten)effectiviteit van de interventie onderzocht in een quasi-experimentele studie met een interventie- en controlegroep, waaraan ziekenhuizen en huisartsenpraktijken deelnamen.
De interventie richt zich bewust ook op zorgprofessionals om de twee werelden te overbruggen waarin de patiënt en zorgverlener zich bevinden. Marco: ‘Als je dokter bent, en al twintig jaar gespecialiseerd in nieren, heb je je een bepaalde manier van uitleggen en van labuitslagen delen eigen gemaakt. In de training is aandacht voor hoe je simpel kunt informeren, en hoe je rekening houdt met de barrières van verminderde gezondheidsvaardigheden.’ De training draagt ook bij aan het herkennen van verminderde gezondheidsvaardigheden.

Professional én patiënt
Grip op uw Nieren bestaat uit meerdere componenten en is gebaseerd op een breder georiënteerd interventiemodel dat Andrea in een EU-project onderzocht. Dit model gaat ervan uit dat je de gezondheid van mensen met verminderde gezondheidsvaardigheden kunt verbeteren door je te richten op zowel de professional als de patiënt. Voor professionals is er een e-learning van een uur en een workshop over gespreksvoering en het herkennen van verminderde gezondheidsvaardigheden. Voor patiënten is er een website of brochure met visuele middelen. Er is een gesprekskaart voor tijdens het consult. En er zijn boekjes over uiteenlopende onderwerpen waarmee ze aan de slag kunnen naar aanleiding van het advies van de arts, bijvoorbeeld een boekje over zout.

Het idee voor dit onderzoek ontstond toen Marco Boonstra in zijn vorige baan als communicatieadviseur bij Dialyse Centrum Groningen werkte. Hij was betrokken bij voorlichting aan patiënten die moeilijke keuzes moesten maken over hun behandeling. ‘We gaven patiënten een dikke map mee en dat frustreerde mij een beetje, omdat een deel van hen er niet mee uit de voeten kon. Zij hadden veel meer baat bij mondelinge toelichting van een verpleegkundige of bij plaatjes. Ik ben om me heen gaan kijken wat voor onderzoek hiernaar gedaan wordt. Andrea de Winter bleek zich al langer met gezondheidsvaardigheden bezig te houden en samen hebben we dit projectvoorstel geschreven. Dat is nu zo’n vijf jaar geleden.’
‘Ik vond het heel fijn en mooi om te zien dat de interventie invloed had op de kwaliteit van de communicatie, zowel aan de kant van de patiënt als van de professional, omdat we de communicatie altijd centraal hebben gesteld. De interventie had een significant effect op hoe zorgprofessionals communiceerden met patiënten. Patiënten gaven aan dat ze in het consult beter hun emoties konden delen. Ze waren tevredener over hun eigen bijdrage aan het gesprek.’

Gezondheid
Nu zijn dat al hele mooie uitkomsten, maar de onderzoekers waren benieuwd of de interventie ook in staat bleek om klinische uitkomsten te beïnvloeden. Er zijn nog maar weinig soortgelijke studies geweest die ook een effect op een gezondheidsuitkomst lieten zien. Dat de bloeddruk van de proefpersonen inderdaad omlaag ging, is dan ook een bijzonder resultaat. De verbetering van gezondheidsvaardigheden blijkt van toegevoegde waarde in de zin van preventie. Uiteindelijk kan dit voorkomen dat patiënten dialyse of transplantatie nodig hebben.

De onderzoekers vinden het dan ook de moeite waard om deze interventie breed in te zetten. Ze kijken momenteel naar de mogelijkheden voor implementatie. Andrea: ‘Interessant was dat patiënten in de huisartspraktijk iets meer moeite hadden om met de interventie aan de slag te gaan. Ze begrepen het belang van de interventie minder omdat nog niet voldoende tot hen was doorgedrongen dat nierziekte een belangrijke ziekte is. In die fase, bij de huisarts, gaan ze nog niet altijd tot actie over. Dat is voor ons een relevante bevinding, want wil je met de interventie aansluiten, dan moeten we in de huisartsenpraktijk misschien nog een stapje extra doen.’