Terug naar het overzicht

Salt sensitivity in chronic kidney disease: the role of the distal tubule

Projectcode 14OKG19 Projectleider prof. dr. Ewout Hoorn Projecttype Kolff Organisatie Erasmus MC - Afd. Int. Geneeskunde, Nefrologie en Transpl. Toegekend bedrag € 400.000,00 Startdatum 1-03-2015 Looptijd 48 maanden Status Afgerond

Doel

Het beantwoorden van de vraag: waarom zijn patiënten met chronische nierschade gevoeliger voor zout in de voeding? Hiertoe zijn vijf nieuwe hypotheses geformuleerd. Door meer inzicht in de rol van zout bij nierschade is het uiteindelijke doel nierschade beter te voorkomen.

Samenvatting

Kolff Senior Postdoc Beurs

Het aantal mensen met nierschade neemt wereldwijd toe. Het wordt steeds duidelijker dat de hoeveelheid zout (natrium) in de voeding bijdraagt aan nierschade. Patiënten met nierschade zijn gevoeliger voor de hoeveelheid zout in de voeding: te veel zout verhoogt rechtstreeks de bloeddruk en leidt zo tot verergering van de nierschade. Daarnaast lijkt zout ook direct nierschade te veroorzaken. Te veel zout in de voeding is een risicofactor voor patiënten met chronische nierschade (CNS). Het onderliggende mechanisme is nog onduidelijk.

Normaal leidt zoute voeding tot minder zoutopname via de nierbuisjes (reabsorptie). De vraag is waarom dit mechanisme bij chronische nierschade verloren gaat. Het project gaat uit van vijf nieuwe hypotheses voor het ontstaan van zoutgevoeligheid bij nierpatiënten. Centraal staat het sterker vasthouden van zout door beschadigde nieren. De onderzoekers zullen kijken naar het effect van het renine-angiotensine-aldosteron systeem (RAAS) op de zoutopname via reabsorptie door de nierbuisjes. (Het RAAS is een regelsysteem dat de bloeddruk handhaaft). In zowel experimentele als patiëntgebonden studies wordt het volgende bestudeerd: het effect van nierschade op zoutopname, biomarkers in de urine voor zoutgevoeligheid, en verschillende behandelingen voor zoutgevoeligheid bij nierschade.

Hypothesen en vraagstelling.
1. Nierschade voorkomt dat zout in de voeding de afgifte van aldosteron remt. Veroorzaakt dit zoutgevoeligheid bij patiënten met chronische nierschade?
2. Zout in de voeding activeert de receptor voor aldosteron in de nier. Wat zijn goede biomarkers voor zoutgevoeligheid bij CNS-patiënten?
3. CNS activeert het RAAS in de nieren wat leidt tot meer zoutopname in de nierbuisjes (reabsorptie van natrium). Wat is effectiever: zoutbeperking in de voeding of remming van zoutopname met medicijnen?
4. Metabole acidose (het verzuren van het bloed) bij CNS-patiënten activeert het RAAS in de nieren en verergert zo de nierschade. Kan behandeling van metabole acidose nierschade voorkomen?
5. De afweeronderdrukkers cyclosporine en tacrolimus (calcineurineremmers, CNI) stimuleren zoutopname in de nierbuisjes via bepaalde transcriptiefactoren (HNF, hepatocyt nuclear factors) wat leidt tot zoutgevoeligheid na niertransplantatie. Stimuleren calcineurineremmers zoutopname via hepatocyt nucleaire factoren?

Trefwoorden

soort: dieronderzoek, onderzoek met mensen; fundamenteel/toegepast, klinisch
onderwerp: zoutgevoeligheid bij nierpatiënten, RAAS, aldosteron-receptor, tubulair natriumtransport, acidose, HNF (hepatocyt nucleaire factoren)